Levend memory

Het spelletje memory kent iedereen. De tafel ligt vol kaartjes en als je twee dezelfde kaartjes omdraait, mag je ze houden en het nogmaals proberen. De speler die aan het einde de meeste kaartjes heeft, wint.

Dit spel kun je ook in de klas met de kinderen spelen. Je stuurt twee kinderen naar de gang. Dit zijn de spelers. De andere kinderen krijgen ieder een kaartje waar een woord opstaat. Als ze een kaartje hebben, gaan ze staan. Als iedereen een kaartje heeft, mogen de spelers weer binnenkomen en kan het spel beginnen. Alleen worden er nu geen kaartjes omgedraaid, maar worden telkens twee kinderen gevraagd hun woord op te noemen. Heeft de speler twee dezelfde woorden gehoord, dan gaan de kinderen die deze woorden op hebben genoemd zitten en heeft de speler 1 punt.

Dit spel kun je ook gebruiken om spellingcategorieën mee te herhalen. Bijvoorbeeld:

  • samenstellingen

De kinderen moeten nu niet op zoek gaan naar twee dezelfde woorden, maar naar twee woorden die bij elkaar horen. Bijvoorbeeld: Flip zegt 'voet' en Erik zegt 'bal'. Dan heeft de speler 1 punt want de woorden van Flip en Erik vormen samen het woord 'voetbal.

Om je een beetje op gang te helpen hebben wij al een voorbeeld van woordkaartjes gemaakt. Je hoeft ze alleen nog maar af te drukken op dik papier en uit te knippen.

Veel succes!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Zoeken: